Rookruimtes in cafés, restaurants en andere horecagelegenheden zijn niet langer toegestaan.
Ze vallen niet meer buiten het algehele rookverbod, bepaalde het gerechtshof in Den Haag dinsdag. De uitzonderingspositie is ongeldig.
Het hof stelt daarmee de vereniging CAN (Club Actieve Nietrokers) in het gelijk. De uitzondering is volgens het hof in strijd met de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik.
Niet-rokers in horecagelegenheden kunnen volgens het hof sociale druk voelen om naar mensen in rookruimtes toe te gaan. Medewerkers van cafés en restaurants worden bovendien aan rook blootgesteld als ze de rookruimtes moeten opruimen.
Club Actieve Nietrokers
Sinds 1 juli 2008 is in Nederland een rookverbod voor de horeca van kracht met een uitzondering voor speciaal aangewezen rookruimtes. In september 2016 bepaalde een lagere rechtbank in een door CAN aangespannen zaak dat de rookruimtes mochten blijven bestaan.
De belangenbehartiger voor niet-rokers wil dat rookruimten volledig worden afgeschaft in alle openbare gebouwen, maar het hof in Den Haag vindt dat die eis onvoldoende is onderbouwd. Volgens CAN gaan de rookruimtes lijnrecht in tegen internationale afspraken die Nederland heeft ondertekend.
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) noemt het dramatisch voor cafés en discotheken met een rookruimte dat horecabedrijven geen aparte plek meer mogen hebben voor rokers. "Na een aantal jaren rust ‘op het rookfront’ zal deze uitspraak voor enorme onrust zorgen onder horecaondernemers'', aldus voorzitter Robèr Willemsen.
"Ongeveer 25 procent van de cafés en discotheken in Nederland heeft zo'n aparte rookruimte. Vanaf het begin van de invoering van het rookverbod waren rookruimtes in de regelgeving toegestaan." Sommige horecazaken hebben volgens hem tienduizenden euro's geïnvesteerd in een rookruimte.